Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu ...uug....mb ada....e nu.

Hebban olla vogala zijn de eerste drie woorden uit een zin die lange tijd de oudst bekende regel in het Oudnederlands was. Het is een interlineaire quasi-glosse, die in 1932 in Oxford door de Engelse taalkundige Kenneth Sisam werd ontdekt op de kaft van een Latijns handschrift uit de abdij van Rochester (Oxford, Bodleian Library, ms.340 fol. 169v).

De tekst dateert naar schatting uit het derde kwart van de 11e eeuw. De taal waarin de zin geschreven is, wordt door de meeste taalkundigen als Oud-Westnederfrankisch aangeduid, maar hierover bestaat nog controverse.

De zin luidt:

Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu

Het is de vertaling van de Latijnse zin:

Habent omnes uolucres nidos inceptos nisi ego et tu. Quid expectamus nunc.

De vertaling zou luiden:

Hebben alle vogels nesten begonnen, behalve ik en jij. Waarop wachten we nu?

 

Voor meer informatie, zie Wikipedia: Hebban olla vogala